In ieders leven gebeuren soms dingen die ervoor zorgen dat je ineens niet meer nadenkt over lekker eten.
Gister was dat moment voor mij en mijn collega’s aangebroken. Onze werkgever deelde ons mee dat 13 van ons niet meer hoefden terug te komen in het nieuwe jaar. Ik kan daar niet teveel over uitwijden maar ik kan je wel vertellen dat op zo’n moment alle Ottoelenghis van de wereld het verdriet dat er is, niet kunnen weghalen. Ineens zijn knapperig gebakken aardappeltjes, luchtige toetjes en sappige stukken vlees helemaal niet meer relevant. We huilden, hielden elkaar vast en dronken troostwijntjes tot laat in de avond.
Vandaag probeerde ik met mijn slapeloze hoofd weer iets lekkers te maken. We aten aardappeltjes met een stukje kip en rode kool. En traantjes toe.
Wat rot voor je. Ken het gevoel, ik heb ook de kans dat ik in januari niet meer terug hoef te komen.
Wat een ellende is dat he. Sterkte!